Tuesday, December 13, 2011

De wereld in vier delen

Voor de Christelijke religies, wordt God als een drie eenheid gezien: de Vader, de Zoon en de heilige geest. Veel eerder dan de christelijke religies zagen de Yoruba de Kosmos, het onderhoud van het Universum en God zelf als in paren. Altijd twee die in som, bij vermenigvuldiging resulteert in vier.
Het lijkt allemaal ingewikkeld maar dat is het niet. Kijk maar:
2 x 2 = 4 x 4 = 16
Het leven is alleen mogelijk met de interactie van paren oftewel: man/vrouw, mannelijk/vrouwelijk, dag/nacht etc… en het allerbelangrijkste paar, het Universum: Orún/Aiyé.
Vier is het product van 2 vermenigvuldigd met 2, het is een heilig nummer in de religie van de Orishás.
Want vier zijn de vier hoofdstreken: Noord, Zuid, Oost, West. De vier seizoenen: Winter, Lente, Zomer, Herfst. De vier fasen van de Maan: nieuwe maan, wassende maan, volle maan, afnemende maan. De vier dagen van de Yoruba week, De vier elementen: Water, Vuur, Lucht, Aarde.
Zelfs de vier hoofd Orishás verantwoordelijk voor creatie: Olorún, Òbatalá, Odùduà en Èshù.
De vier Obí stukken voor divinatie. Ten slotte heb je het nummer zestien, wat vier is vermenigvuldigd met vier, wat eigenlijk vier is vermenigvuldigd met zichzelf.
Nummer zestien representeert een complete cyclus van het paar van het leven. Wat de som is van zeven (gerelateerd met mannelijke energie) en negen (gerelateerd met vrouwelijke energie).


Saturday, December 10, 2011

DE SCHEPPING VAN DE AARDE

En Olorún besloot om de aarde te scheppen… Voor deze belangrijke missie riep hij Òbatalá bij zich en gaf hem de zak der schepping (àpò-iwà), uitleggende hoe hij moest handelen. Dus verzamelde Òbatalá andere Òrishás en ging op weg om zijn taak te volbrengen. Op weg kwam hij Odùduà tegen en nodigde hij hem uit om hem te volgen in zijn missie maar Odùduà weigerde omdat ze zonder het consulteren van Ifá en de nodigde offers (ebo) hadden gemaakt de reis zouden maken. Òbatalá liet Odùduà achter en ging vervolgens verder op weg. Onderweg kwam hij Èshù tegen, de eigenaar van alle paden die communicatie tussen de wereld van de godheden (Òrun) en de wereld van de mens (Aiyé) toestaat. Èshù vroeg aan Òbatalá of hij de voorgeschreven en nodige ebo gedaan had. Zonder enige aandacht zei Òbatalá van niet en ging verder op zijn pad. Boos was Èshù en zweerde dat hij wraak zou nemen en dat Òbatalá niet blij zou worden van deze missie. Òbatalá was al een tijd op weg en begon erge dorst te krijgen. Hij passeerde een rivier, maar liep verder. Hij passeerde een dorp en kreeg melk aangeboden, maar hij weigerde. Zijn dorst werd na lange tijd erger en erger. Totdat hij op een palmboom stuitte, een Igí-òpe. Òbatalá had geen enkele twijfels en plantte zijn rituele staf, zijn Òpáshóró in de barst van de boom waaruit nu een frisse drank uit spuide- palmwijn (emu). Òbatalá dronk zoveel van de palmwijn dat zijn zintuigen verdoofd werden en hij in slaap viel. Odùduà die Ifá ondertussen had geconsulteerd had ebo gemaakt aan Èshù. De Babalawo die hij had geconsulteerd zei hem dat hij 5 kippen met 5 tenen mee moest nemen, 5 duiven, een kameleon, een ketting met 2000 schakels onder andere dingen. Èshù accepteerde de ebo en nam van iedere vogel één veer en gaf het aan Odùduà tezamen met de ketting en de levende dieren. De Babalawo zei hem ook dat hij een ebo moest doen aan de voeten van Olorún met 200 slakken (Ìgbín), want die bezitten het “witte bloed”, het water dat kalmeert, (Omi-èrò). Odùduà ging op weg naar Olorún met zijn offer. Maar Olorún vroeg zich af waarom hij niet zoals alle andere Òrishás mee was gegaan met Òbatalá om hem te helpen met zijn missie, en weigerde het offer. Maar al gauw veranderde Olorún van gedachte toen Odùduà kalm uitlegde dat hij de enige was die ebo had gedaan zoals Ifá had voorgeschreven.
Olorún herinnerde zich dat hij vergeten was om het slakkenhuis met aarde in de zak der schepping te doen en gaf deze aan Odùduà om het te brengen naar Òbatalá. Maar Odùduà vond Òbatalá dronken en slapend bij de palmboom met de andere Òrishás, niet wetende wat ze moesten doen. Odùduà nam de zak der schepping en ging op weg terug naar Olorún om het terug te brengen. Na het horen van het hele verhaal, Besloot Olorún om de taak van de schepping dan maar aan Odùduà te geven. Dus Odùduà verzamelde alle Òrishás en samen gingen ze op weg naar Òrun àkàshò, de plek vastgesteld door Olorún ter schepping van de aarde. Het pad ging tot aan het water waar Èshù, Ògún en Òshóssi gebruikelijk jaagden en visten. Ògún, als de pionier van de wegen, ging vooruit.
Er was een pilaar die een aansluiting gaf tussen Orún en de rest van de wereld, waar Odùduà de ketting van 200 schakels aan vast maakte. Langs deze ketting gleed hij naar beneden tot aan vlak boven het water. Uit de zak haalde Odùduà de aarde en liet het in het water vallen. Toen de duiven (eyelé) los, en de kippen met 5 tenen, deze begonnen te scharrelen en zo werd de aarde verspreid. Toen de aarde gevormd was liet hij de kameleon los op de aarde om te zien of het stevig genoeg was, deze liep stap voor stap een voet na de andere en voelde zich zeker. Toen Odùduà zag dat de aarde solide was, maakte hij de eerste stap op aarde, en was hij de pionier. Deze plek wordt esè ntaiyé Odùduà genoemd. Gevolgd door de andere Òrishás stichtte Odùduà de stad Ilé-Ifè – de wieg van de Yorùbá beschaving en de rest van de wereld.
Toen Òbatalá weer wakker werd, zag hij dat de zak der schepping verdwenen was en alles wat er had plaatsgevonden . Snel ging hij zijn beklag doen bij Olorún. Deze gaf hem toen de belangrijke taak om alle levende dingen te scheppen die de aarde zouden gaan bewonen. De Bomen, planten, kruiden, dieren, vogels, vissen en alle type mensen. Vergezeld door Olúfón, Eteko, Olúorogbo, Olofin (Olúwofin), Òshàgiyán, en alle Òrishá funfun. Òbatalá vertrok richting Aiyé. Daar aangekomen ontving Odùduà in het bijzijn van Orúnmìlá (Ifá), Òbatalá als een grote vader maar de discussie tussen hun twee was onvermijdbaar. Orúnmìlá kwam ertussen en met zijn wijsheid liet hij hen het belang beseffen van hun beide in de Schepping. de onderhoud van de schepping was afhankelijk van de harmonie en samenleving tussen hen twee. Dus zodoende zetelde Òbatalá zich aan de rechterkant, òtun, van Orúnmìlá en Odùduà aan de linkerkant, òsì, en samen vierden ze het evenwicht tussen de twee niveaus van het bestaan, tussen Orún (Òbatalá) en Aiyé (Odùduà) wat de overleving van het universum en de voortgang van het bestaan toeliet.

OLÓDÙMARÈ EN DE ÒRISHÁS VAN DE SCHEPPING

Olódùmarè of Olorún, is de Oppergod, de Heer van orún (de hemel), de grote God van de schepping, de Bron. Echter omdat hij niet een gecentraliseerde godheid is voert hij nooit de schepping uit maar geeft hij zijn vitale kracht, Ashé zodat de schepping gerealiseerd kan worden. Het is Olorún die de potentiële vitale kracht van alles delegeert, die de oorsprong geeft aan de Òrishás van de schepping.
Voor de schepping van de wereld, was er een oneindige massa van lucht. Dat was alles wat er was. Deze massa van lucht was God zelf, Olorún. Olorún bewoog langzaam en ademde uit en van daaruit kwam water voort. Vanuit de relatie van lucht en water kwam Òrìshanlá voort, de grootste van alle Òrishás. De grote witte Godheid (Òrishá funfun). De lucht en het water bleven zich langzaam bewegen tot er een deel van de materie solide werd tot een roodachtige heuvel van modder waar Olódùmarè leven in blies. Yangí (Obà Babá Èshù) werd geboren, de eerstgeborene van het universum, de eerste vorm begiftigd met het individuele bestaan.
Deze Orishás waren opgedragen de aarde te scheppen en alle wezens die het zou bewonen, totdat door de relatie van lucht en aarde, Odùduà voortkwam, die het verhaal een andere wending gaf.
De aarde is geschapen en herschapen in verschillende aspecten, en de aarde is altijd het centrum van de verhalen die over de oorsprong en de transformatie van het universum gaan.

Friday, December 9, 2011

Genesis, de schepping en herschepping van de wereld

Bij de oorsprong van de wereld volgens de traditie van de Yorùbá, zijn er twee cruciale momenten betrokken: de schepping en de herschepping van het universum. Verschillende Orishás maken fundamenteel deel uit van deze gebeurtenissen. Maar twee daarvan markeren zichzelf als de meest belangrijke Orishás in de combinatie van krachten die de wereld hebben gevormd: Èshù (Èxù), die het principiële dynamiek is van het leven en de transformatie, en Òbatalá (Òrìxanlá of Vbàtálá), de schepping in zijn totaliteit.
Het is niet willekeurig dat Èshù de eerste Òrishá is die gecultiveerd wordt en Obatalá de laatste.
In Lukumí bestaan er geen opposities, bestaan er geen contradicties, zo bestaat er geen uitsluiting. Dat wat een tegenstelling lijkt is in werkelijkheid een aanvulling op elkaar. Want de dag is het tegenovergestelde van de nacht maar, als de een, de ander niet zou opvolgen, dan zou het universum en het leven simpelweg niet bestaan.
Òbatalá schept de wereld maar Èshù herschept het. De cirkel  is het symbool voor de samenhang en onderhoud van het universum.--- het laat de noodzaak van dynamisme en voortdurende beweging zien.
Eenmaal geschapen kon het universum niet inert of statisch blijven. De missie --of uitdaging-- van Èshù was om beweging en dynamiek toe te voegen, de transformatie in de wereld. Met andere woorden: Èshù zijn missie was om chaos te brengen in de schepping want vanuit het verbreken en het herstellen van de orde is cultuur geboren, de toewijzing van betekenissen, het gaf zin aan de wanorde. Èshù is zo, de schepping van de wereld in symbolische termen, hij representeert het gepercipieerde of waargenomen en herschapen universum, vanuit het woord, gebaar en actie.
Èshù wordt met de eerste mens geboren, want hij manifesteert zich bij de eminente menselijke capaciteit, betekenis toe te schrijven aan dingen.
Samenvattend: dingen zijn niet vanwege zichzelf maar vanwege de betekenis of waarde die men er aan toe schrijft.
Òbatalá is per excellentie de Òrishá van de schepping, hoewel hij gefaald had in zijn missie om de aarde te scheppen. Zijn grootste fout was, Èshù te verachten, niet rekening houdend met het feit dat de wereld zonder dynamiek en transformatie, geen zin had en niet kon bestaan.
Door de fout van Òbatalá, komt er een andere belangrijke Òrishá in het verhaal: Odùduà.
De scheppingsverhalen worden in de orale traditie en Ifá gedichten onthult. De discipelen van Jezus waren de profeten van het Christendom en Mohammed de profeet van de Islam, zo is Ifá de profeet van de Òrishás. In de Òrishá traditie is de wereld niet simpelweg geschapen in zijn fysieke vorm. De schepping van het universum betreft het ontstaan van de kosmos, de elementen der natuur, de Òrishás en de mens, die samenhangend en gerelateerd is en voortdurend verlevendigd wordt door een vitale kracht of energie: Ashé.
Chaos is niets anders dan de natuur, verstoken van betekenis. Daarom is de wereld geschapen en herschapen in een Genesis die nooit ophoudt. Want de wereld net als de mens zijn onafgemaakte projecten met ongekende en onverwachte mogelijkheden

lukumí

In principe was er het werkwoord…. Er was niets.
En het werkwoord net als het niets was alles wat er was…
En de kinderen van evolutie, van de wanorde,
Kwamen de elementen, en vanuit de elementen,
kwam het leven en vanuit het leven kwam de mens.
Dus de mens noemden het niets en het werkwoord, Olorún, de Heer van alle
Spirituele wezens, Goddelijke entiteiten en van de voorouders.